Iets of iemand aanwijzen
![]() |
![]() |
|
|
This is my basket |
These are my apples. |
|
|
|
|
That is my apple. |
Those are my books. |
This, these, that en those worden aanwijzende voornaamwoorden genoemd. Ze wijzen iets of iemand aan.
Wanneer gebruik je this, these, that of those?
this | = dit/deze, als het dichtbij de spreker is en het over één persoon of voorwerp gaat (enkelvoud) |
these | = deze, als het dichtbij de spreker is en het over meerdere personen of voorwerpen gaat (meervoud) |
that | = dat/die, als het verder weg van de spreker is en over één persoon of voorwerp gaat (enkelvoud) |
those | = die, als het verder weg van de spreker is en over meerdere personen of voorwerpen gaat (meervoud) |
In het kort:
dichtbij | veraf | |
enkelvoud | this | that |
meervoud | these | those |