Het SMW- Model – Competentie
De komende maanden wil ik u kennis laten maken met het onderwijsmodel van Studiekring, het zogeheten SMW-Model. Het SMW-Model is het onderwijsmodel waar de begeleidingsmethode van Studiekring op is gebaseerd. Als begeleider kunt u het SMW-Model als leidraad gebruiken om de hulpvraag te achterhalen, leermoeilijkheden in kaart te brengen vanuit 3 verschillende invalshoeken, doelen te formuleren en afspraken te maken met de leerling.
Het SMW-Model omvat drie aandachtsgebieden. Op het moment wordt er gewerkt aan het ontwikkelen van een leidraad voor begeleiders, een verkorte versie van het Plan van Aanpak, die in de begeleiding van leerlingen bij Studiekring veel aandacht krijgt. Ik zal u laten zien hoe onderwijsdeskundigen bij Studiekring werken.
Onderwijsdeskundigen bij Studiekring maken tijdens intakegesprekken met de leerling en ouders een eerste stap in het SMW-model. Allereerst wordt geprobeerd zicht te krijgen op de Competentie van de leerling, ook wel het “kennen” en “kunnen”. Binnen het SMW-Model wordt de Competentie onderverdeeld onder Vakinhoud, Studievaardigheden en Leermoeilijkheden. We lopen de onderdelen van Competentie één voor één door:
Vakinhoud
Bij vakinhoud gaat het echt om het vak. In elk leerjaar worden er bepaalde eisen gesteld aan de leerling. Een leerling moet bepaalde kennis bezitten en vaardigheden beheersen. Toetsmomenten worden gebruikt om te beoordelen hoe goed de leerling functioneert op school. Haalt de leerling meerdere onvoldoendes, dan gaan er belletjes rinkelen bij de ouders en de mentor. Waarom presteert deze leerling onder het gemiddelde? Geldt dit alleen voor bepaalde vakken of voor alle vakken?
Om een beeld te krijgen van vakinhoudelijke kennis en vaardigheden, wilt u antwoord krijgen op de volgende vragen:
1.) Allereerst neemt u de cijfers als uitgangspunt om meer zicht te krijgen op het presteren van uw leerling:
-
Is er in het cijfer-overzicht van de afgelopen weken een duidelijk patroon te zien? Wordt er in een bepaalde periode slechter gepresteerd voor één of meerdere vakken?
-
Is er een duidelijk verschil op te merken in behaalde cijfers voor SO's en PW-en?
-
Wat zijn de gemiddelde cijfers per vak? Is daar nog iets opvallends in aan te merken?
-
Specifiek voor vakken waar de prestaties onder het gemiddelde liggen: zijn er voor deze vakken ook voldoendes gehaald?
2.) Vervolgens neemt u de visie van uw leerling als uitgangspunt. Bespreek alle vakken heel nauwkeurig.
-
Welke vakken gaan goed? Kun je ook uitleggen wat goed gaat? Zijn er voor deze vakken ook onderdelen van de stof die je moeilijk vindt?
-
Welke vakken gaan minder goed? Wat gaat goed? Wat vind je lastig?
-
Welke vakken gaan slecht? Kun je ook uitleggen wat er precies fout gaat? Zijn er voor deze vakken ook onderdelen van de stof die makkelijker of beter gaan?
3.) Daarna neemt u de visie van de docenten en de ouders als uitgangspunt.
4.) Tot slot vraagt u bij ouders na of er nog bijzonderheden zijn. Bijvoorbeeld informatie van de basisschool.
5.) Daarna bespreekt u met de leerling hoe het op de basisschool is gegaan, zodat u kunt achterhalen of er mogelijk achterstanden zijn die een negatieve invloed hebben op schoolprestaties.
6.) Tot slot is het handig om te weten of de leerling bijlessen heeft gevolgd of volgt.
Studievaardigheden
Studievaardigheden zijn methoden die leerlingen helpen om goed bij te blijven met huiswerk en goed voorbereid te zijn op toetsmomenten. Leerlingen die goede studievaardigheden beheersen, studeren vaak gemakkelijker. Voorbeelden van studievaardigheden zijn de agendavoering, de planning, leermethoden en het organiseren van schoolspullen en een geschikte werkplek.
Agendavoering
De juiste agenda kiezen is de eerste stap. Het is aan te raden om een agenda te kiezen waarop alle dagen van de week zichtbaar zijn op twee bladzijden, zodat een leerling overzicht heeft over het huiswerk van een week. Bij agendavoering kan onderscheid gemaakt worden tussen “informatie verzamelen” en “agenda invullen”. Meer informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de Community Studiebegeleiding.
Plannen
Plannen is een studievaardigheid die we gebruiken om structuur aan te brengen in het werk. Een planning maken helpt de leerling bij te blijven met maakwerk en goed voorbereid te zijn op leerwerk. Als je aan leerlingen vraagt of ze een planning hebben gemaakt, zeggen ze vaak dat ze de planning in hun hoofd hebben zitten. Om een planning te beoordelen, is het belangrijk om de planning op te schrijven. De planning kan genoteerd worden in de agenda of op een apart blad.
Plannen kun je op verschillende manieren doen. Iedereen heeft daarin zijn eigen stijl. In het begin zal het wat tijd kosten. Het is een vaardigheid die geoefend moet worden. Eenmaal aangeleerd zal een leerling het altijd kunnen gebruiken. Meer informatie over dit onderwerp kunt u vinden op de Community Studiebegeleiding.
Leermethoden
Bij leermethoden kan er onderscheid gemaakt worden tussen “het leren en begrijpen van teksten”, “het leren van losse feiten, begrippen, definities en woordjes” en “het leren voor exacte vakken”. Er staat op de Community Studiebegeleiding veel informatie over leermethoden. Meer informatie over dit onderwerp kunt u hier vinden.
Leermoeilijkheden
Bij leermoeilijkheden wordt er onderscheid gemaakt tussen leerproblemen en leerstoornissen.
Leerproblemen treden op wanneer er onvoldoende stimulatie is in de omgeving of er sprake is van een ondergemiddelde intelligentie. Men noemt deze ook wel secundaire leerproblemen. De persoon in kwestie vertoont leermoeilijkheden op allerlei vlakken.
Leerstoornissen daarentegen zijn primaire leerproblemen. Men vermoedt dat ze erfelijk zijn en personen met leerstoornissen bepaalde neurologische 'afwijkingen' bezitten. Kinderen met leerstoornissen beschikken gewoonlijk over een normale intelligentie. Belangrijke kenmerken van leerstoornissen zijn dan ook dat ze persisterend en specifiek zijn.
-
Persisterend: de leerstoornis zal nooit 'weggaan'. Mits goede hulpverlening kan de persoon met een leerstoornis geslaagd functioneren in het onderwijssysteem, maar hij/zij zal altijd problemen ondervinden op een specifiek vlak. In de regel moet dus het leerproces, de didactiek, de leerdoelen aanpassen aan de persoon.
-
Specifiek: de stoornis is specifiek voor taal, rekenen.
Enkele voorbeelden van leerstoornissen:
Dyslexie: dyslexie is een opvallend probleem met het leren lezen en/of spellen.
Dyscalculie: een verzamelnaam voor uiteenlopende rekenstoornissen
Niet-verbale leerstoornis: de stoornis levert vooral problemen op met de non-verbale communicatie.
Volgende maand zal ik het tweede aandachtsgebied Leeromgeving van het SMW-model uitvoerig beschrijven. Op de Community komen de aandachtsgebieden eveneens één voor één aan bod. De informatie over de aandachtsgebieden zal aangevuld worden met materialen. De materialen zullen u helpen om informatie te verzamelen, zodat u de hulpvraag in kaart kunt te brengen en vervolgens per aandachtsgebied samen met de leerling doelen kunt formuleren en afspraken kunt maken.
Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u mij bereiken via patriciahendrikx@studiekring.nl
Veel succes bij de begeleiding van uw leerling(en)!
Vriendelijke groeten,
Patricia