Autonomie
Zelfstandigheid
Zelfstandigheid is de mate waarin leerlingen zelfstandig beslissingen kunnen nemen, taken kunnen uitvoeren, doelen kunnen bepalen en prioriteiten kunnen stellen. Hoe zelfstandig leerlingen zijn hangt af van meerdere factoren, zoals zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen, intelligentie, behoefte aan steun/bevestiging, ervaring, enz. Daarnaast kan zelfstandigheid belemmert of gestimuleerd worden door de sociale omgeving van leerlingen.
Zelfstandigheid is belangrijk voor leerlingen om zich te kunnen ontplooien. Door zelfstandig te werken, leren leerlingen keuzes te maken en beslissingen te nemen. Een goede begeleiding bevordert het zelfvertrouwen en de betrokkenheid van leerlingen bij school.
Verantwoordelijkheid
Het is belangrijk dat leerlingen leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces. Als begeleider is het vooral een uitdaging zicht te krijgen op het “verantwoordelijkheidsgevoel” van leerlingen. Weten leerlingen wat het betekent en waarom het belangrijk is? Hoe kijken leerlingen tegen hun eigen verantwoordelijkheid aan? Waar zijn ze goed in en wat vinden ze lastig?
Verantwoordelijkheid voor school houdt in dat leerlingen kunnen uitleggen waarom zij bepaalde keuzes hebben gemaakt, maar ook waarom zij bepaalde taken en/of handelingen (niet) uitgevoerd hebben. Verantwoordelijkheid is groeit naarmate leerlingen zich er meer bewust van worden. Goede begeleiding kan leerlingen helpen het “verantwoordelijkheidsgevoel” verder te ontwikkelen.
Als begeleider is het de taak leerlingen te begeleiden en te stimuleren “verantwoordelijkheid te voelen”. Hoe meer inzicht de leerling heeft in de betekenis van “eigen verantwoordelijkheid”, hoe groter de betrokkenheid bij school.
Om verantwoording af te kunnen leggen, moeten leerlingen zicht hebben op de eigen kennis & vaardigheden, maar ook de eigen kwaliteiten & valkuilen. Vervolgens moeten zij keuzes maken, acties ondernemen en dit hele proces kunnen volgen en uitleggen.
Inzicht
Met inzicht wordt vooral gekeken naar de zelfkennis van leerlingen. Hoe kijken leerlingen tegen hun eigen functioneren aan? Wat weten zij over hun eigen kwaliteiten en valkuilen? Hoe gaan zij daarmee om?
Het onderwijs van deze tijd (evenals veel andere maatschappelijke ontwikkelingen) stelt dat leerlingen betrokken moet zijn bij hun eigen ontwikkeling. Leerlingen krijgen de ruimte mede te bepalen wat er wordt gedaan en vooral hoe. Begeleiders hebben daarbij steeds meer een ondersteunende rol.
Deze vrijheid doet een beroep op verschillende vaardigheden. Leerlingen moeten bijvoorbeeld kunnen inzien waar hun kwaliteiten en aandachtspunten liggen, zodat zij deze kunnen inzetten en verder kunnen ontwikkelen. Begeleiders krijgen de taak om leerlingen te helpen op zoek te gaan naar de kwaliteiten en valkuilen.
Motivatie
Bijna alle leerlingen hebben er wel eens last van: geen motivatie om schoolwerk te maken. Desondanks is motivatie een vereiste voor leerlingen om hun school succesvol af te ronden. Is een leerling niet gemotiveerd om zijn schoolwerk te doen dan zal hij/zij vroeg of laat vast lopen.
Als begeleider is het belangrijk om zicht te hebben op de motivatie van leerlingen. Wanneer is de leerling niet gemotiveerd?, hoe komt het dat de leerling met tegenzin aan het werk gaat?, hoe zou de leerling het willen oplossen?